Fotoprinter Aankoopadvies: zo kies je het juiste product
- Belangrijke feiten
- Fotoprinters zijn speciaal ontworpen voor kleurenafdrukken op fotopapier van hoge kwaliteit.
- Met een all-in-one fotoprinter kun je ook bestanden scannen, kopiëren en faxen.
- De meeste grote modellen zijn inkjetprinters die vaak meer dan vijf verschillende kleurencartridges gebruiken.
- Foto’s gemaakt met een mobiele fotoprinter zijn niet groter dan een ansichtkaart.
- Navulbare inktpatronen kunnen de kosten van verbruiksartikelen verlagen.
Herinneringen tastbaar maken
Omdat foto’s tegenwoordig meestal digitaal worden gemaakt, moeten ze eerst worden afgedrukt voordat ze de muren verfraaien. Je kunt ze door fotolabs laten afdrukken of je eigen printer gebruiken.
Waarom een printer speciaal voor foto’s?
Elke kleurenprinter kan foto’s afdrukken, maar niet alle printers produceren echt goede resultaten: Wazige gebieden, strepen en bleke, levenloze kleuren behoren tot de typische problemen van afdrukken van lage kwaliteit. Gewone printers komen bij lange na niet in de buurt van laboratoriumkwaliteit. Afdrukken van hoge kwaliteit bereik je het beste met speciale fotoprinters en geschikt fotopapier. Hun afdruktechnologie verschilt niet veel van die van gewone printers: het zijn vaak inkjetprinters. Waarom worden foto’s dan beter met deze modellen dan met conventionele inkjetprinters?
Het belangrijkste verschil is de papierinvoer. Normale printers voeren het papier door over rollen. Bij fotoprinters daarentegen loopt het papier over één vlak. De reden hiervoor is de dikte van het fotopapier: als het zware papier over rollen beweegt, buigt het. Bovendien hebben fotoprinters een hoge afdrukresolutie en -snelheid en laten ze soms meer kleurgradaties toe. Ze kunnen dus heel snel scherpe foto’s afdrukken. Met een degelijke fotoprinter en bijpassend fotopapier kun je thuis afdrukken van fotolabkwaliteit maken.
De verschillende printertechnologieën
Fotoprinters met inkjettechnologie zijn vooral te vinden in DIN A4 of grootformaat apparaten. Mobiele printers werken daarentegen voornamelijk met het dye-sublimatieproces of ZINK-printen. Foto’s afdrukken met een laserprinter is mogelijk, maar de beeldkwaliteit komt niet in de buurt van afdrukken met de andere genoemde technologieën. Daarom is deze technologie niet belangrijk voor fotoprinters.
Inkjetprinters maken afbeeldingen door kleine druppels inkt specifiek op het papier te spuiten. Uit de duizenden kleine puntjes wordt een rasterafbeelding gemaakt. Hiervoor zijn ze uitgerust met spuitmondjes waarachter zich verschillende inktkamers bevinden. Conventionele inkjetprinters werken met de vier basiskleuren zwart, cyaan, magenta en geel, terwijl fotoprinters vaak minstens vijf kleuren gebruiken. De extra kleuren zijn vaak variaties van de primaire kleuren, zoals lichtmagenta of lichtcyaan. Er zijn twee processen waarbij de druppels uit de spuitmond worden geworpen: Bubble-Jet en Piezo.
Bubble Jet Printer
Bij bubble jet modellen wordt er een kleine plaat achter de kamer geplaatst, die tot enkele honderden graden wordt verhit zodra er een stip op het papier moet worden aangebracht. De hitte zorgt ervoor dat de inkt verdampt en een bel wordt. Deze zet op zijn beurt uit tot hij een inktdruppel met een diameter van ongeveer 0,3 millimeter door de spuitmond op het papier perst. Als de inktdruppel wordt uitgeperst, trekt de luchtbel weer samen en wordt er nieuwe inkt aangezogen. Sommige printers hebben meer dan 100 van zulke kamers. Het nadeel van dit proces is echter de hoge mate van slijtage; vooral de spuitmonden raken snel verstopt.
Piëzoprinter
Fotoprinters met piëzotechnologie werken met piëzokristallen voor elk spuitstuk, die worden vervormd door een elektrische spanning aan te leggen. Eerst buigen de elementen naar buiten, waardoor een vacuüm ontstaat dat de inkt uit de houder zuigt. Dan wordt de elektrische lading omgekeerd en buigen de piëzo-elementen snel naar binnen. Dit proces perst de inkt door de spuitmondjes op het papier. Omdat de spanning nauwkeurig kan worden aangepast, kan de grootte en de hoeveelheid van de inktdruppels worden gevarieerd. Tijdens het hele proces wordt geen warmte gegenereerd.
Piëzoprinters zijn niet alleen sneller dan noppenjetprinters, ze hebben ook een langere levensduur: ze kunnen ongeveer tien keer zoveel A4-pagina’s printen. De initiële kosten zijn echter hoger dan bij de andere technologie.
Piëzoprinter voor meer dan alleen foto’s
Omdat printers met piëzotechnologie werken zonder warmte te genereren, kun je naast conventionele inkt ook andere vloeistoffen op een drager aanbrengen. In de industriële sector zijn ze bijvoorbeeld geschikt voor patronen op elektrische printplaten of voor de productie van kleurenfilters. Daarnaast kun je piëzoprinters met sublimatie-inkt gebruiken om te printen op polyester textiel of voorwerpen zoals mokken.
Dye-sublimatieprinter
Veel mobiele fotoprinters gebruiken de dye-sublimatietechnologie. Dye-sublimatieprinters werken niet met inktpatronen, maar met inktlinten of films in de basiskleuren zwart, magenta, cyaan en geel en hoge temperaturen. De printkop is uitgerust met verwarmingselementen die temperaturen tot 400 graden Celsius genereren. Tijdens het printproces passeert het papier de linten na elkaar. De hitte zorgt ervoor dat de inkt verdampt en één voor één op het papier wordt overgebracht. Tot slot brengen de printers nog een film aan op de afbeelding om deze te verzegelen. Op deze manier zijn tot 16,7 miljoen kleurschakeringen mogelijk, wat zorgt voor een levendige en nauwkeurige kleurweergave.
ZINK-printer
De ZINK-technologie maakt het mogelijk om bijzonder kleine fotoprinters te bouwen, omdat er geen inktpatronen of andere verbruiksartikelen voor kleur nodig zijn. De term ZINK staat voor “Zero Ink” en heeft niets te maken met de gelijknamige stof. In tegenstelling tot eerdere technieken bevinden alle kleurpigmenten zich in de vorm van miljoenen kristallen direct op het fotopapier.
Het papier bestaat uit een kleurkristallaag in elk van de primaire kleuren magenta, cyaan en geel, een basislaag, twee scheidingslagen tussen de kleurpigmenten en een beschermende polymeercoating. Het afdrukken gebeurt met behulp van warmtepulsen: Een korte warmtepuls van 200 graden Celsius activeert de gele kleurkristallen, magenta reageert bij een gemiddelde warmtepuls van 150 graden Celsius en cyaanpigmenten worden actief bij een lange warmtepuls van 100 graden Celsius.
Waar je op moet letten bij het kopen
Fotoprinters zijn ontworpen om haarscherpe afbeeldingen af te drukken met levendige, nauwkeurige kleuren. De juiste resolutie en kleurechtheid zijn daarom essentieel. De grootte van de printer, de connectiviteit en de functies zijn daarentegen afhankelijk van de behoefte.
Vast of mobiel?
Conventionele fotoprinters zijn meestal stand-alone apparaten die werken met het inkjetproces. Met zulke fotoprinters kun je minstens A4 afdrukken, maar ook verschillende kleinere formaten zoals briefkaartformaat. Daarnaast zijn er grootformaatprinters die afdrukken maken op DIN A3-formaat.
Mobiele fotoprinters zijn aanzienlijk kleiner. De grootste printen foto’s van wel 10 x 15 centimeter, en vaak zijn de afdrukken nog kleiner. De fotoprinters op zakformaat zijn eenvoudig te bedienen met een smartphone of tablet en net als instant camera’s stellen ze fotografen in staat om snel een kleine afdruk van de zojuist genomen foto in handen te hebben. Als je echter foto’s groter dan een ansichtkaart wilt afdrukken, is een vaste printer aan te raden.
Printresolutie
De afdrukresolutie wordt gemeten in dpi (“dots per inch”) en beschrijft hoeveel afdrukpunten er in één inch passen. De specificatie bepaalt hoe scherp de afgedrukte afbeelding is. Hoe meer puntjes er op een oppervlak zitten, hoe fijner en nauwkeuriger de vormen en kleuren van de afbeelding kunnen worden gereproduceerd en hoe kleiner de puntjes moeten zijn. Vaste fotoprinters hebben een afdrukresolutie tot 9.600 x 2.400 dpi. Mobiele fotoprinters, waarvan de afdrukken maximaal het formaat van een ansichtkaart hebben (ongeveer 10 x 15 centimeter), hebben meestal een afdrukresolutie van 300 x 300 dpi.
Als je foto’s wilt afdrukken voor privégebruik, heb je niet de hoogst mogelijke resolutie nodig. De afdrukresolutie hangt af van de grootte van de afdruk en de resolutie van de camerasensor. Hoe groter de afdruk, hoe minder dpi je nodig hebt om een scherp beeld te krijgen. Als je het aantal pixels in je opname deelt door honderd, kun je zien hoe groot de afdruk kan worden bij een afdrukresolutie van 300 dpi zonder kwaliteitsverlies. Een beeldresolutie van acht megapixels (3.456 x 2.304 pixels) maakt afdrukken in het formaat 35 x 23 centimeter mogelijk: DIN A4 foto’s in hoge kwaliteit zijn zonder problemen mogelijk.
Kleurweergave
Fotoprinters moeten de kleuren van de fotoafdrukken zo mooi en nauwkeurig mogelijk weergeven. De printer regelt de benodigde kleurinstellingen met zogenaamde kleur- en ICC-printerprofielen. De profielen worden meestal door de fabrikant opgeslagen in de printerdrivers.
Consumenten kunnen uit de productbeschrijving niet opmaken hoe goed de afdruk uiteindelijk is. Het is raadzaam om op zoek te gaan naar onafhankelijke producttesten of video’s om een indruk te krijgen van de afdrukkwaliteit. De testers beoordelen immers onder andere met testafdrukken.
Fotoprinters die met minstens vijf kleuren afdrukken, hebben een betere kleurweergave dan modellen met vier kleuren. Hoe meer basiskleuren worden gebruikt, hoe meer verschillende kleuren ermee kunnen worden gemaakt. Voor thuisgebruik zijn vier tot zes basiskleuren meestal voldoende.
Printsnelheid
De afdruksnelheid van fotoprinters ligt hoger dan die van conventionele inkjetprinters: meestal zo’n 15 zwarte DIN A4-pagina’s per minuut. Sommige modellen kunnen zelfs meer dan 30 zwart-witafdrukken maken in die periode. Het aantal kleurenafdrukken in DIN A4-formaat ligt rond de 10 pagina’s per minuut.
Voor foto’s hebben de printers meer tijd nodig. In het formaat 10 x 15 centimeter zijn er maximaal vier per minuut mogelijk. De Epson Expression Photo HD XP-15000 heeft bijvoorbeeld 27 seconden nodig voor een foto in dit formaat. De afdruksnelheid van een printer is meestal te vinden in de productbeschrijving.
Verbindingen
Een belangrijk aspect bij het kopen van een fotoprinter zijn de aansluitmogelijkheden. Stationaire fotoprinters maken een klassieke aansluiting via een kabel mogelijk, meestal via een USB- of Ethernet- of LAN-kabel. Ondertussen behoort een draadloze verbinding via WLAN of Bluetooth tot het standaardrepertoire van een goede printer. Met de WLAN-functie kun je de printer aansluiten op het thuisnetwerk en dus bedienen vanaf elk apparaat in huis, zelfs als beide apparaten zich in verschillende kamers bevinden.
Met een Wi-Fi-verbinding en een geschikte app zoals Cloud Print kun je de printer ook bedienen via smartphone of tablet en toegang krijgen tot de foto’s in het apparaatgeheugen van het mobiele apparaat. Via Bluetooth kan slechts één apparaat tegelijk met het apparaat worden verbonden. Je kunt ook content zoals afbeeldingen overbrengen naar de printer via de USB-interface met behulp van een opslagmedium zoals een USB-stick of externe harde schijf. Je kunt de printinstellingen dan rechtstreeks op het apparaat invoeren. Een SD-kaartlezer is praktisch voor de geheugenkaart van een digitale camera.
Compacte mobiele fotoprinters hebben meestal geen overbodige aansluitingen: Ze zijn uitgerust met een WLAN- of Bluetooth-modem om een naadloze koppeling met de smartphone te garanderen en een USB-poort om de batterij op te laden.
Functies
Veel fotoprinters zijn ontworpen als multifunctionele apparaten: ze printen niet alleen foto’s, maar scannen en kopiëren ook. Sommige apparaten hebben zelfs een geïntegreerd faxapparaat. Zulke all-in-one printers kunnen je conventionele werkprinter vervangen. Als je al een goed werkende werkprinter hebt, heb je geen multifunctionele fotoprinter nodig. Voor wie toch een nieuw apparaat nodig heeft, is een all-in-one fotoprinter een goede keuze.
Voor het afdrukken van tekst in grote aantallen zijn functies zoals dubbelzijdig afdrukken of een automatische papierinvoer handig om tijd en papier te besparen. Het is belangrijk dat de fotoprinter randloos afdrukken toestaat, zodat je het hele oppervlak van het fotopapier kunt gebruiken. Inmiddels is deze functie op de meeste apparaten beschikbaar.
Inktpatronen
Printercartridges zijn verkrijgbaar als enkelinktcartridges of als compactcartridges. Enkelinktcartridges bevatten één kleur, zodat de afzonderlijke inkten gemakkelijk kunnen worden vervangen. Compacte cartridges daarentegen zijn gevuld met de vier basiskleuren. Als één kleur op is, moet je de hele compacte inktcartridge vervangen, zelfs als de andere kleuren nog voldoende zijn.
Veel fotoprinters met inkjettechnologie hebben ten minste één extra kleur naast de vier standaard inktpatronen zwart, magenta, cyaan en geld. Dit kan bijvoorbeeld een niet-gepigmenteerde zwarte tint zijn die fotozwart wordt genoemd en die kan worden gemengd met de drie basiskleurtinten voor afdrukken met een bijzonder hoog contrast. De Expression Photo XP-8600 van Epson heeft daarentegen geen extra zwart en vult het palet aan met een licht cyaan en een licht magenta. Professionele fotoprinters zijn soms uitgerust met meer dan tien inktpatronen en kunnen daardoor een enorm kleurenpalet reproduceren.
Voor elk printermodel bieden fabrikanten compatibele inktpatronen die qua printsnelheid, printtechnologie en inktstroom optimaal zijn afgestemd op de printer. Naast de cartridges van de fabrikant zijn er ook goedkopere compatibele producten van bekende externe leveranciers die geen nadelen hebben op het gebied van printkwaliteit. Bij onbekende fabrikanten kan een verondersteld koopje echter in een onaangename verrassing veranderen. Andere derde partijen maken gerecyclede originele cartridges opnieuw.
Je kunt ook het milieu en je portemonnee sparen door te kiezen voor hervulbare inktpatronen. Deze zijn verkrijgbaar als lege, herbruikbare cartridges van de printerfabrikant en externe leveranciers of als permanent geïntegreerde tanks. Je hebt aparte inktflessen nodig om ze te vullen. Fabrikanten van derden bieden complete sets aan met cartridges en nachtinkt voor specifieke printermodellen, waarmee je de tanks meerdere keren kunt vullen. Geëxtrapoleerd betaal je voor deze sets minder dan wanneer je één conventionele cartridge per kleur zou kopen.
Bij Canon behoren de printers met geïntegreerde tanks tot de MegaTank-serie, bij Epson heten de modellen EcoTank. Hoewel ze vaak minstens twee keer zo duur zijn als gelijkwaardige printers met normale inktpatronen, kosten de inktflessen veel minder: voor 15 euro krijg je bij Canon een fles waarmee je 3800 pagina’s kunt afdrukken. Volgens Epson komt de geleverde inkt overeen met ongeveer 72 inktpatronen en levert het dus een kostenbesparing van 90 procent op.
Fotopapier
Foto’s van hoge kwaliteit zijn niet alleen afhankelijk van de functies van de printer, maar ook van het papier waarop je de foto afdrukt. Standaard kantoorpapier is prima voor documenten, maar brengt de levendige kleuren van een foto niet goed naar voren. Voor scherpe afbeeldingen met een hoog contrast heb je speciaal fotopapier nodig. Het heeft een zwaarder papiergewicht dan kopieerpapier en is verkrijgbaar met zowel een hoogglanzende als een halfglanzende afwerking. Mat fotopapier is vergevingsgezinder voor kleine beeldfouten, zoals ongewenste onscherpte. Glanzend papier is vooral geschikt voor foto’s van hoge kwaliteit: De foto’s zien eruit alsof ze net uit een professioneel fotolab komen. De papierdikte geeft informatie over de stabiliteit van het papier. Voor fotopapier wordt een gewicht van 200 tot 230 gram aanbevolen, omdat het duurzaam is en nog steeds in elke fotoprinter past.
Papier met een zwaarder gewicht veroorzaakt papierstoringen in sommige printers, waardoor ze het papier niet kunnen invoeren. Omdat fotopapier dikker is dan kantoorpapier en er een aparte lade voor nodig is, is de capaciteit van de lade vaak maar voldoende voor ongeveer 20 tot 30 vellen.