Zitverhoger Aankoopadvies: zo kies je het juiste product
- Belangrijke feiten
- Kinderen jonger dan twaalf jaar of kleiner dan 1,50 meter moeten in de auto worden vastgebonden in een zitverhoger.
- Zitverhogers zijn verkrijgbaar met of zonder rugleuning en hoofdsteun. Deze zorgen voor meer comfort en veiligheid, vooral voor jongere kinderen.
- Anders dan kinderzitjes hebben zitverhogers geen eigen gordelsysteem, maar moeten ze worden vastgezet met dat van de auto.
- Let bij de aanschaf op de richtwaarden van de fabrikant en de standaardafdichtingen die de stoel toelaatbaar maken voor het wegverkeer.
Verplichte kinderzitjes
Voor het wegverkeer geldt een wettelijke regeling dat een kind – naast de veiligheidsgordel – op de achterbank beschermd moet worden met een kinderzitje. Pas als het kind twaalf jaar oud is of minstens 1,50 meter lang, geldt de kinderzitjesplicht niet meer. In bijzondere gevallen, zoals wanneer het kind ouder is dan twaalf jaar maar nog ruim onder de 1,50 meter, is het echter raadzaam een kinderzitje te blijven gebruiken. Hiervoor wordt een zitverhoger aanbevolen. Hij zorgt ervoor dat de riem correct loopt en optimale bescherming biedt. Bij kleinere kinderen kan dit zonder een speciaal zitje wegglijden en bij een ongeluk inwendige organen verbrijzelen.
Wat maakt een zitverhoger?
In het algemeen zijn er drie soorten zitverhogers: met of zonder gordelgeleider en met gordelgeleider en rugleuning. Deze laatste biedt niet alleen comfort met zijn vorm, maar ook een belangrijke beschermingszone met de gewatteerde zijvleugels. Bij een zijdelingse botsing worden hoofd en lichaam gedempt en worden de krachten die in deze gebieden werken aantoonbaar met meer dan de helft verminderd. Bovendien dient de rugleuning als geleider voor de schouderriem, zodat die niet in de nek snijdt. Het kind vindt gemakkelijker een centrale positie met de rugleuning en de driepuntsgordel van het voertuig houdt het kind veilig rechtop. Zelfs als hij in slaap valt, schuift hij niet te veel opzij.

De hoornvormige armleuningen zijn niet alleen bedoeld als steun voor de kinderen, maar hebben een veel belangrijker nut. Ze dienen als barrière voor de heupgordel; deze moet onder de hoorns doorlopen, zodat hij goed aansluit en bij een ongeluk niet kan wegglijden. Je moet een zitje met rugleuning kopen als je vaak of regelmatig langere afstanden met het kind aflegt. Het zorgt voor de hoogste veiligheid en het beste zitcomfort.
Zonder rugleuning voor ouderen
Eenvoudige zitverhogers zonder hoofd- en rugsteun zijn daarentegen niet voor alle kinderen geschikt. Je kroost moet minstens 22 kilo wegen en 1,25 meter lang zijn als ze hierop gaan zitten. De rugleuning en de zijbeschermers zijn weggelaten, de belangrijke armleuningen en gordelgeleiders bedienenrespectievelijk ook hier de heupgordel. Het compacte formaat maakt het gemakkelijker om de stoel gemakkelijk te verwisselen tussen verschillende voertuigen. Gebruik op andere locaties, bijvoorbeeld in de bioscoop, is ook denkbaar. Als compromis, als het kind eigenlijk oud genoeg is dat het niet meer in een kinderzitje wil zitten, is deze optie een mogelijke oplossing.
Speciale zitjes voor zuigelingen
Zuigelingen tot een lichaamsgewicht van 15 kilogram en een lengte van één meter mogen in de auto nog niet met de autogordel worden vastgegespt. Ze moeten worden vastgezet in een kinderzitje met een eigen gordelsysteem. Tot een gewicht van 9 kilo en een leeftijd van 15 maanden moet het kind ook tegen de rijrichting in in het zitje worden geplaatst. Hiervoor wordt een baby-autostoeltje gebruikt, waarin het kind ook vaak buiten de kinderwagen wordt vervoerd. Hybride vormen tussen baby-autostoeltjes en peuterzitjes, ook wel reboarder genoemd, kunnen vaak in beide richtingen worden geïnstalleerd.
Zitverhogers zijn alleen geschikt voor kinderen van ten minste 15 kilogram. Daarvoor moeten ze in een goed kinderzitje zitten met een eigen gordelsysteem of, in de babytijd, in een baby-autostoeltje. Afhankelijk van het model zijn deze geschikt voor peuters vanaf en tot een bepaalde hoogte. Na verloop van tijd moeten kinderen dus in een baby-autostoeltje, een kinderzitje en op een zitverhoger achter in de auto zitten.
Correct optuigen
Met of zonder zitje: Het belangrijkste onderdeel dat bijdraagt aan de veiligheid in het voertuig is de veiligheidsgordel. Je moet het bewust en correct aantrekken in combinatie met de zitverhoger. Baby-autostoeltjes en reboarders hebben nog hun eigen gordelsysteem; dit betekent dat het kind in het stoeltje wordt vastgebonden. De zitting zelf wordt apart bevestigd. Zitverhogers worden vastgezet met het gordelsysteem van het voertuig (driepuntsgordel). Zorg ervoor dat de riemloop is aangepast aan de grootte van het kind. Aan de riem kunnen passende aanpassingen worden gedaan.
De schouderriem moet centraal over de schouder lopen. Als het te dicht bij de hals zit, kan het ongemakkelijk schuren of er zelfs in snijden. Kinderen stoppen het dan vaak onder hun arm, waardoor het zijn beschermende functie verliest. De heupgordel moet onder de armleuningen doorlopen en tegen de heupbeenderen rusten. Je kind moet niet te dikke kleding dragen, anders sluiten de bandjes niet goed aan. Bij koude temperaturen is het beter om een fleecejack of iets dergelijks te gebruiken en het kind te bedekken met een deken of jas.

Er zijn ook zitverhogers zonder gordelgeleiders die goedgekeurd zijn voor het wegverkeer. Deskundigen raden het gebruik van deze modellenechter af. Door het gebrek aan bescherming kan de gordel bij een ongeluk te ver omhoog glijden, wat tot gevaarlijke verwondingen kan leiden. In het ergste geval glijdt het kind onder de gordel door.
Het Isofix-systeem
Om ervoor te zorgen dat het kinderzitje nog steviger op de achterbank van de auto bevestigd kan worden, hebben veel modellen de zogenaamde Isofix-aansluiting. Dit is gestandaardiseerd en is vaak te vinden op de buitenste achterstoelen tussen de rugleuning en het zitvlak. Kinderzitjes en zitverhogers met Isofix zijn voorzien van een overeenkomstige tegenhanger met een inschakelmechanisme.
De juiste stoel
Idealiter zit het kind iets achterover gekanteld op de zitverhoger, zodat het bij hard remmen niet zo gemakkelijk naar voren kan schuiven. De zitting is meestal van schuim, en de bekleding kan apart verwijderd en gewassen worden. Bij sommige modellen kan de bekleding worden uitgebreid met een ander schuimkussen om de zitting wat hoger en zachter te maken.
Zelfs als een zitverhoger volgens de instructies van de fabrikant geschikt is voor je kind, kan de breedte variëren. Metingen tussen 35 en 45 centimeter zijn hier gebruikelijk. Kies een stoel waar je kind niet te veel ruimte heeft, maar ook niet krap zit. Drie stoelen passen niet altijd naast elkaar op de achterbank. Let daarom op de respectievelijke afmetingen als je meerdere kinderen in de auto wilt laten rijden.

Materiële verschillen
De meeste modellen zijn gemaakt van hard plastic, waardoor ze stevig en duurzaam zijn. Als alternatief zijn er versies van polystyreen, die lichter maar minder robuust zijn. Ze zijn meer geschikt als vervangend of terugvalmodel wanneer het kind eenmalig of onregelmatig ergens anders naartoe reist. Na een ongeval moet je een zitverhoger altijd vervangen, zelfs als hij geen zichtbare schade heeft opgelopen. In zowel het plastic als het polystyreen kunnen microscheurtjes zijn ontstaan, zodat de veiligheid niet meer gegarandeerd is. Daarom is het ook niet raadzaam om kinderzitjes of zitverhogers tweedehands te kopen.
Compatibiliteit
Als je een kinderzitje of zitverhoger koopt, zorg er dan voor dat je het product zo nodig kunt retourneren of ruilen. Vooral bij oudere auto’s kun je te maken krijgen met het probleem dat modernere stoelen niet optimaal geïnstalleerd kunnen worden. Een kinderzitje moet zo strak en stevig mogelijk op de achterbank van de auto bevestigd kunnen worden. Het mag niet schokken of wegglijden. Bovendien moeten de riemen zo lopen dat ze nergens snijden. Zorg ervoor dat aan deze eisen is voldaan voordat je een ritje maakt met je kroost in het nieuwe zitje. Verkeerd geïnstalleerde of ongeschikte stoelen vormen een veiligheidsrisico en kunnen fatale gevolgen hebben.
Standaardwaarden en standaardafdichtingen
Fabrikanten van kinderzitjes en zitverhogers geven in de vorm van een groepsaanduiding aan voor welke kinderen het product geschikt is. Deze groepen worden ingedeeld naar gewicht – een indeling die nauwkeuriger is dan leeftijd. Het is geen in steen gehouwen regel die je moet volgen, dus de overgangen tussen de groepen overlappen elkaar ook. Deze indeling is echter een redelijke richtlijn.
- Groep 0 – tot 10 kg
- Groep I – 9 – 18 kg
- Groep II – 15 – 20 kg
- Groep III – 22 – 36 kg
Zitverhogers en alle andere soorten kinderzitjes (officieel “kinderbeveiligingssystemen in motorvoertuigen” genoemd) moeten worden voorzien van het zegel “Norm UN ECE Reg. 44/03 of /04” of “UN ECE Reg. 129” moet worden verstrekt. Dit betekent dat ze in de Europese Unie zijn goedgekeurd. Houd er echter rekening mee dat de voorschriften in andere landen anders kunnen zijn.
Gebruik geen alledaagse stoelverhogers die bedoeld zijn voor de keukentafel of soortgelijke toepassingen. Deze hebben vaak extra opbergruimte of kunnen als een tas comfortabel gedragen worden. Ze zijn zeker voordelig en comfortabel in verschillende dagelijkse situaties. Zij kunnen echter geen geschikte veiligheidsnorm voor het wegverkeer garanderen.
Zitjes die meegroeien met het kind
Sommige fabrikanten bieden zogenaamde meegroeistoeltjes aan, die bedoeld zijn voor kinderen vanaf de geboorte tot twaalf jaar. Ze zijn bedoeld ter vervanging van een baby-autostoeltje, kinderzitje en zitverhoger in één product. Hoewel het idee voor de hand ligt, worden zulke stoelen volgens deskundigen niet aanbevolen. Na grondige tests, waaronder een botsproef, kreeg geen enkel kinderzitje dat met het kind meegroeit de beoordeling “voldoende”. Kritiekpunten naast de hoge belasting van het lichaam waren ook het hoge gewicht van de combistoelen en het risico dat de stoel na een ombouw verkeerd wordt geïnstalleerd.
Afb. 1: © FinalCheck | Afb. 2: © hedgehog94 / stock.adobe.com | Afb. 3: © Tomsickova / stock.adobe.com