Kinder-autostoeltje Aankoopadvies: zo kies je het juiste product
- Belangrijke feiten
- Baby’s tot 15 maanden zijn het veiligst in een naar achteren gericht baby-autostoeltje.
- Momenteel gelden drie veiligheidsnormen naast elkaar.
- De nieuwste norm is i-Size en zal over enkele jaren uitsluitend van toepassing zijn.
- Kinderzitjes met het ISOFIX-systeem zijn bijzonder gemakkelijk en veilig in de auto te bevestigen.
Veilig op weg in de auto
Er gebeuren steeds meer ongelukken op de wegen. Kinderen en vooral baby’s zijn echter te klein voor een veiligheidsgordel om hen voldoende te beschermen. Zij hebben een geschikt kinder-autostoeltje nodig om hen te beschermen tegen schade bij een frontale of zijdelingse botsing. Sinds 1993 geldt daarom naast de gordelplicht ook de kinderbeveiligingsplicht, volgens welke kinderen tot 12 jaar of een lengte van 1,50 meter alleen met een geschikt beveiligingssysteem in het voertuig mogen reizen.
Drie normen, grote verwarring
Momenteel gelden drie veiligheidsnormen voor kinder-autostoeltjes naast elkaar. Dit is erg verwarrend en verontrustend voor consumenten. De oudste van de drie normen, de UN ECE Reg. 44/03, is sinds 1995 van kracht. Het verdeelt kinderzitjes in vastomlijnde gewichtsklassen en geeft aan vanaf welke leeftijd een kind in de rijrichting mag zitten. Deze norm wordt sinds 2005 geregeld door de VN ECE reg. 44/04 aangevuld. De derde en laatste norm is de UN ECE Reg. 129, of kortweg i-Size. Het deelt kinderzitjes niet langer in op basis van gewicht, maar op basis van de grootte van het kind, en schrijft ook zijdelingse botsproeven voor. i-Size werd geleidelijk van kracht in drie fasen: in 2012, 2017 en 2019. Elk van de drie fasen betrof een specifieke groep kinderzitjes en hercombineerde de oude kinderzitjesklassen. In de toekomst zal i-Size de twee oude normen vervangen en uitsluitend worden toegepast. Maar omdat alle drie de normen momenteel nog naast elkaar gelden, lichten we de inhoud ervan hieronder in detail toe om de consument een nauwkeurig overzicht van de markt te geven.
Indeling naar leeftijd, gewichtsklasse en lengte
Bijna geen enkel kinderzitje is optimaal geschikt voor kinderen van elke leeftijd, gewicht en grootte. Om het risico dat ouders een ongeschikt zitje kiezen en zo de veiligheid van hun kind in gevaar brengen zo klein mogelijk te maken, zijn er testnormen volgens welke fabrikanten hun modellen groeperen.
De oudere normen ECE R44/03 en R44/04 verdelen kinder-autostoeltjes in de vijf leeftijds- en gewichtsklassen 0, 0+, I, II en III. Daarnaast zijn er zogenaamde kinder-autostoeltjes die met het kind meegroeien, die over een langere periode gebruikt kunnen worden, in de maten 0+/I, I/II, II/III en I/II/III. Volgens de nieuwe i-Size norm worden kinderzitjes in drie fasen verdeeld, afhankelijk van de grootte van het kind.
Klassen 0 en 0+
Kinder-autostoeltjes van klasse 0 zijn geschikt voor pasgeborenen tot een gewicht van 10 kilogram; de ECE-norm beveelt een leeftijdsgrens van ongeveer één jaar aan. 0+ kinderzitjes kunnen iets langer gebruikt worden, namelijk vanaf de geboorte tot een gewicht van 13 kilogram of anderhalf jaar. Kinder-autostoeltjes van beide klassen zijn zogenaamde baby-autostoeltjes. Ze zijn zo gebouwd dat de baby ereen gebogen liggende positie inaanneemt in plaats van zittend. Dit is belangrijk omdat baby’s nog niet zelfstandig kunnen zitten; een geforceerde zithouding schaadt de groeiende rug en kan later leiden tot houdingsafwijkingen.
De gebogen stand in het baby-autostoeltje is ook niet optimaal voor de rug van de baby, maar tot nu toe is het het beste compromis tussen veiligheid en ergonomie. De baby moet echter niet te veel tijd in het baby-autostoeltje doorbrengen. Daarom is hij niet geschikt als kinderwagen of wieg, en bij langere autoritten van meerdere uren is het raadzaam regelmatig een pauze in te lassen waarin de baby zich kan uitstrekken.
Schakel de airbag uit als het baby-autostoeltje op de passagiersstoel staat!
In principe zijn baby’s en kinderen het best beschermd op de achterbank, vooral rechtsachter of in het midden. Als je het baby-autostoeltje toch op de passagiersstoel monteert, moet je er zeker aan denken de airbag uit te schakelen. Bij een botsing vormt het een groot risico op letsel voor de baby die meereist.
Klasse I
Kinderzitjes van klasse 1 zijn bedoeld voor kinderen vanaf een lichaamsgewicht van 9 tot 18 kilogram of vanaf de leeftijd van één tot vier jaar die al zelfstandig kunnen zitten. Typische kinderzitjes bestaan uit een zitverhoger, een rugleuning, een in hoogte verstelbare hoofdsteun en zijsteunen.
Sommige kinderzitjes van klasse I zijn zogenaamde reboarders. Dit zijn kinderzitjes die, net als het baby-autostoeltje, tegen de rijrichting in in het voertuig worden geplaatst. Daarnaast zijn er in deze groep kinderzitjes die al in de rijrichting worden geklemd, maar ook modellen die in beide richtingen kunnen worden gemonteerd, zoals de Britax Römer DUALFIX 2 R.
Klasse II
Kinderzitjes in deze klasse zijn ontworpen voor kinderen van drie tot zeven jaar of kinderen met een lichaamsgewicht tussen de 15 en 25 kilogram. Stoelen van klasse II zijn meestal een grotere versie van stoelen van klasse I, maar worden meestal in de rijrichting gebruikt. Stoelen in deze groep zijn meestal niet beschikbaar als reboarder, maar vaker als zitverhoger zonder rugleuning. Zuivere Klasse II stoelen zijn over het algemeen vrij zeldzaam op de markt. Gebruikelijker zijn combinatiemodellen van zitgroep II en III.
Klasse III
Zitjes van klasse III zijn bedoeld voor kinderen van zes tot twaalf jaar of kinderen met een lichaamsgewicht van 25 tot 36 kilogram. Kinderzitjes van klasse III zijn zitverhogerszonder rugleuning en zijdelingse bescherming. Gewoonlijk zijn ze gemaakt van polystyreen, dat omhuld is met een kussenhoes. Dit ontwerp maakt de Klasse III stoel zeer compact, licht en gemakkelijk te vervoeren. Als je af en toe een kind tussen 6 en 12 jaar bij je hebt, kun je altijd een geschikte zitverhoger in de kofferbak bewaren zonder dat die te veel ruimte inneemt.
Alleen veilig rondom met rugleuning
Potentiële kopers moeten er rekening mee houden dat deze zitverhogers geen zijdelingse beschermingbieden : Bij botsproeven constateerden de testers dan ook dat dergelijke modellen onvoldoende bescherming bieden. Zij adviseren alternatieven zoals kinder-autostoeltjes die met het kind meegroeien in de groepen I/II/III en II/III, die het hoofd en de nek van het kind beschermen met een rugleuning.
Kinderzitjes die meegroeien met het kind
Minstens vier kinderzitjes per kind om voor elke leeftijd het juiste zitje te hebben? Dat is nogal wat en wordt ook snel duur. Een goed alternatief hiervoor zijn zogenaamde meegroeistoeltjes, die aan de eisen van verschillende zitgroepen voldoen. Ze zijn er in vier groepen.
- 0/I: Reboarder met verstelbare rugleuning voor pasgeborenen tot vierjarigen.
- I/II: Kinderzitjes met verstelbare rugleuning voor één- tot zevenjarigen die in de rijrichting kunnen worden geïnstalleerd.
- II/III: Zitverhogers met rugleuning en hoofdsteun voor vier- tot twaalfjarigen.
- I/II/III: De alleskunner voor één- tot twaalfjarigen.
Je hebt nog steeds minstens twee kinderzitjes nodig als je je kind vanaf de geboorte veilig in de auto wilt vervoeren. Dit komt omdat allrounders van klasse I/II/III niet geschikt zijn voor pasgeborenen, omdat de baby daarin een zittende houding aanneemt en zich in de rijrichting verplaatst. Tijdens zijn eerste jaar moet je je kroost vervoeren in een geschikt baby-autostoeltje.
Alle kinderzitgroepen in één oogopslag
De volgende tabel geeft een overzicht van alle groepen kinderzitjes en hun respectieve geschiktheid (bron: Stiftung Warentest).
Groep | Leeftijd | Gewicht | Maat | Type kinderzitje | Standaard |
---|---|---|---|---|---|
0 | Tot 12 maanden | Tot 10 kg | Tot 75 cm | Baby-autostoeltje | ECE R44/04 |
0+ | Tot 15 maanden | Tot 13 kg | Tot 90 cm | Baby-autostoeltje | ECE R44/04 |
0+/I | Tot 4 jaar | Tot 18 kg | Tot 100 cm | Reboarder | ECE R44/04 |
Fase 1 | Tot 4 jaar | Tot 23 kg | 40 tot 105 cm | Babyzitje/stoeltje | i-Size |
Fase 3 | Tot 4 jaar | Tot 23 kg | 40 tot 105 cm | Bevestiging met autogordel | i-Size |
I | 1 tot 4 jaar | 9 tot 18 kg | 75 tot 100 cm | Kinderzitje | ECE R44/04 |
I/II | 1 tot 7 jaar | 9 tot 25 kg | 72 tot 125 cm | Groeiende stoel | ECE R44/04 |
I/II/III | 1 tot 12 jaar | 9 tot 36 kg | 75 tot 150 cm | Groeiende stoel | ECE R44/04 |
II | 3,5 tot 7 jaar | 15 – 25 kg | 95 tot 125 cm | Kinderzitje | ECE R44/04 |
II/III | 3,5 tot 12 jaar | 15 tot 36 kg | 95 tot 150 cm | Groeiende stoel | ECE R44/04 |
Fase 2 | 4 tot 12 jaar | 20 tot 36 kg | 100 tot 150 cm | Zitverhoger | i-Size |
III | 7 tot 12 jaar | 25 tot 36 kg | 120 tot 150 cm | Zitverhoger | ECE R44/04 |
Hoe kan ik zien of het baby-autostoeltje te klein is?
De gewichts- en leeftijdsspecificaties van de ECE-norm geven ouders alleen een oriëntatie voor wanneer het tijd is om over te stappen op een groter model kinderzitje. Het is vooral belangrijk dathet hoofd van de zuigeling goed beschermd is in het baby-autostoeltje en niet over de rand uitsteekt. Bovendien moet de gordel van het baby-autostoeltje op schouderhoogte van het kind in het stoeltje verdwijnen. Overigens is de beenlengte niet bepalend voor het wisselen van het kinderzitje. De beentjes mogen over de onderrand van het baby-autostoeltje uitsteken, zolang er maar genoeg ruimte is voor het hoofd. Zodra er minder dan twee centimeter ruimte is tussen het hoofd van de baby en de bovenrand van het autozitje en de gordel al in het nekgedeelte snijdt, moet je overstappen op een groter kinder-autostoeltje. Voorwaarde hiervoor is wel dat je kroost zelfstandig kan zitten.
Belangrijke beveiligingsfuncties
Hieronder bekijken we aan welke eisen een kinder-autostoeltje volgens de momenteel geldende normen moet voldoen en welke kenmerken een model tot een veilig stoeltje maken.
Gereguleerde veiligheid dankzij testnormen
Alle kinderzitjes op de markt moeten voldoen aan bepaalde veiligheidsnormen, die momenteel worden gedefinieerd door drie testnormen. Kinderzitjes die nog voldoen aan een oudere norm – zoals ECE R44/01 – mogen niet meer gebruikt worden.
De nieuwste i-Size norm bestaat uit drie fasen die na elkaar in werking zijn getreden. De i-Size norm heeft tot doel kinderzitjes nog veiliger te maken en schrijft daarom onder meer in tegenstelling tot de voorgaandenormen veiligheidsnormen voor bij een zijdelingse botsing . Bovendien ondersteunen alle i-Size stoelen in fase 1 en 2 het ISOFIX-bevestigingssysteem, dat de installatie in de auto vereenvoudigt en de kans op bedieningsfouten verkleint. De belangrijkste verschillen tussen de oudere ECE-R44/04 norm en i-Size zijn samengevat in de volgende tabel:
Standaard | VN ECE Reg. 44/04 | i-Size |
---|---|---|
Groepering | Volgens lichaamsgewicht | Volgens de hoogte |
Vooruit rijden | Vanaf 9 kilogram lichaamsgewicht | Vanaf 15 maanden |
Auto montage | Met gordel of ISOFIX | Met ISOFIX |
Verplichte botsproeven | Frontaal | Frontaal en lateraal |
De testbadge
Aan welke testnorm een kinderzitje voldoet kun je aflezen van de testbadge waarmee elk goedgekeurd kinderzitje is gemarkeerd. De volgende informatie staat erop:
- De Europese testnorm voor kinderzitjes waaraan het zitje voldoet (ECE-R44 of i-Size)
- Lichaamsgewicht of -grootte en maximumgewicht waarvoor de stoel is goedgekeurd
- Keuringsnummer met identificatienummer van het land van registratie
- Testnummer, waarvan de eerste twee of drie cijfers de vervulde testnorm aangeven (03, 04 of 129)
- De naam van de fabrikant
Als je een nieuw kinderzitje koopt, is het raadzaam een i-Size model te kiezen vanwege de hogere veiligheidsnormen. Tenzij je in een oudere auto rijdt zonder ISOFIX systeemdat niet compatibel is met een i-Size zitje. Ook wie nog een ongevalvrij kinderzitje heeft dat gestandaardiseerd is volgens ECE R44/03 of R44/04 kan het nog gebruiken.
Zet de stoel stevig vast in het voertuig
In principe zijn er twee verschillende manieren om kinderzitjes aan het voertuig te bevestigen:
- Met de driepuntsgordel van het voertuig
- Per ISOFIX-systeem
De ECE-R44 testnormen staan beide opties toe, terwijl i-Size stoelen uitsluitend via ISOFIX systeemworden gemonteerd.
Met autogordel: Universeel toepasbaar, maar foutgevoelig
Elk voertuig is uitgerust met driepuntsgordels, zodat je gemakkelijk een geschikt kinderzitje op de achterbank of de passagiersstoel kunt vastmaken, ongeacht het type voertuig. Om het zitje veilig met de autogordel vast te maken, moet je echterprecies de instructies van de fabrikant volgen , wat een relatief grote foutgevoeligheid betekent. Als de gordel niet optimaal loopt, bestaat het risico dat hij bij een botsing wegglijdt en de stoel niet goed vasthoudt. Bovendien zijn de autogordels bij sommige modellen te kort.
Voordelen
- Installatie mogelijk in elk voertuig
Nadelen
- Hoge gevoeligheid voor fouten
- Autogordels te kort voor sommige modellen
- Geen directe verbinding met het lichaam
ISOFIX: Bijzonder veilig, maar niet bruikbaar voor elk voertuig
Bevestiging met het ISOFIX-systeemis veel veiliger dan met de driepuntsgordel. Dit is een internationaal gestandaardiseerd systeem voor de snelle bevestiging van kinderzitjes in het voertuig. Het systeem bestaat uit gestandaardiseerde ogen in het voertuig die stevig aan de carrosserie zijn vastgeschroefd en stevige haken aan de onderkant van de stoel. Het kinderzitje wordt dus niet alleen in de gordel geklemd, maar is direct verbonden met de carrosserie en dus bijzonder veilig in het voertuig gemonteerd. Bovendien zijn kinderzitjes bijzonder gemakkelijk in de auto te installeren met behulp van het ISOFIX-systeem. Je duwt de haken van de stoel in de bijbehorende oogjes in de auto tot de stoel vastklikt – klaar.
Baby-autostoeltjes zijn verkrijgbaar met een ISOFIX-basisstation. Je bevestigt de wieg aan je auto met het ISOFIX-systeemen het baby-autostoeltje aan de wieg met het kliksysteem. Zo blijft het station in de auto terwijl je het baby-autostoeltje naar behoefte kunt verwijderen en weer vastmaken – bijvoorbeeld om je kind vanuit de auto mee het huis in te nemen.
Het enige nadeel van het ISOFIX-systeemten opzichte van de autogordel: Oudere voertuigen zijn er niet mee uitgerust. Je kunt het systeem echter achteraf laten inbouwen. Alle sinds 2013 geproduceerde auto’s zijn ISOFIX-compatibel.
Voordelen
- Stabiele verbinding met de carrosserie van de auto
- Eenvoudige bevestiging
- Lage gevoeligheid voor fouten
Nadelen
- Niet compatibel met oudere voertuigen
Extra afdekkingsmogelijkheden
ISOFIX-kinderzitjeszijn verdeeld in voertuigspecifieke en universele goedgekeurde modellen. Bij voertuigspecifieke modellen moet je voor de aankoop controleren of de gekozen stoel in jouw voertuig past. Universele goedgekeurde ISOFIX-stoeltjeszijn compatibel met alle voertuigen met ISOFIX-systeem, maar vereisen een tweede bevestiging. Het extra bevestigingspunt voorkomt dat de zitting zijwaarts draait of kantelt. Er zijn drie manieren om dit te doen:
- Top Tether: één top-tether
- Low Tether: een lagere tui voor reboarders en baby-autostoeltjes
- Steunvoet: ondersteunt het kinderzitje tegen de vloer van de auto
De steunvoet, ook wel standvoet of steunbeen genoemd, is de meest voorkomende variant. Het is geschikt voor in de rijrichting geïnstalleerde zitjes en voor reboarders en baby-autostoeltjes. Je mag de steunpoot echter niet gebruiken in voertuigen met opbergvakken voor de achterbank. De deksels van de compartimenten zijn niet ontworpen voor dergelijke ladingen. Je kunt dit echter verhelpen met blokken die bij de vakhandel verkrijgbaar zijn en het deksel van de opbergruimte stabiliseren. Je kunt ook een speciale tuiriem gebruiken die je aan een aangewezen ankerpunt in de auto vastmaakt. Het bovenste verankeringspunt bevindt zich meestal op de hoedenplank of in de bagageruimte. Je herkent het aan een ankersymbool.
Veilig in de stoel: de gordelsystemen
Voor een veilige rit is het niet voldoende dat de stoel stabiel in het voertuig is gemonteerd. Het kind moet ook met een geschikt bevestigingssysteem in het zitje worden vastgezet. Zitjes voor kinderen tot vier jaar moeten een geïntegreerd gordelsysteem hebben, terwijl oudere kinderen ook met de autogordel kunnen worden vastgezet.
Kinderzitjes voor jongere kinderen en ook baby-autostoeltjes zijn meestal uitgerust met een harnasgordel. Er kan onderscheid worden gemaakt tussen de driepunts- en de vijfpuntsbroekgordel . Beide gordelsystemen ontlasten de nekwervels zeer goed bij een botsing. Baby-autostoeltjes hebben vaak een driepuntsgordel in een Y-vorm. Het loopt over beide schouders en wordt tussen de benen vastgebonden. De vijfpuntsgordel daarentegen loopt extra over de heupen aan beide zijden en is gesloten over de buik.
Zowel een alternatief als een aanvulling op het harnas is een zogenaamd vanglichaam of vangtafel. Het is goed gewatteerd en bevindt zich ter hoogte van de borst van het kind.
Het grotere oppervlak van een veiligheidsuitrusting verdeelt de botskrachten veel gelijkmatiger over het lichaam dan een harnas, waar de krachten vooral in het gevoelige nekgedeelte werken. Bovendien hebben kinderzitjes met een vangtafel het voordeel dat je je kind bijzonder gemakkelijk kunt vastgespen. Kinderzitjes met harnassen bieden je kind echter een betere slaappositie. Als je niet wilt beslissen, kies dan gewoon een kinderzitje met een vijfpuntsgordel en een veiligheidstuigje.
Vulling en bescherming tegen zijdelingse botsingen
Om het kind bij een botsing zo voorzichtig mogelijk op te vangen en goed te beschermen, moet het zitje voldoende gewatteerd zijn. Dit geldt vooral voor het hoofdgebied, maar ook voor de rug en het heupgebied. Sommige kinderzitjes, zoals de modellen van Britax Römer, zijn uitgerust met extra schouderkussentjes. Ook belangrijk is de bescherming tegen zijdelingse botsingen, die nu ook verplicht is volgens de i-Size norm.
Kinderzitjes met alarmsysteem
Het kind in de auto vergeten? Dit zou normaal gesproken niet mogen gebeuren. Maar met alle stress en alle haast kan dat zeker gebeuren. Daarom bieden sommige fabrikanten kinderzitjes aan met een alarmsysteem dat je waarschuwt als je de auto verlaat maar je kind in het zitje blijft zitten. Cybex noemt zijn alarmsysteem bijvoorbeeld Sensorsafe. Dit is een clip die aan de vijfpuntsgordel wordt bevestigd, en er is een app voor. De clip slaat via Bluetooth alarm als je je kind alleen in het stoeltje laat zitten, maar ook in andere kritieke situaties zoals een te hoge of te lage temperatuur in de auto.
Verplicht in Italië sinds 2019
In november 2019 werd in Italië een nieuwe wet van kracht als gevolg van een verzoekschrift: Kinderen tot vier jaar mogen alleen worden vervoerd in een kinderzitje met een alarmsysteem. Wie zich er niet aan houdt, moet een boete verwachten van tussen de 81 en 326 euro. Bij herhaling binnen twee jaar wordt het rijbewijs voor minstens 15 dagen ingetrokken. Maar als vakantieganger in Italië hoef je je daar geen zorgen over te maken. De wet is uitsluitend van toepassing op in Italië geregistreerde voertuigen.
Veilig op weg met het kinderzitje
Hoe goed het kinderzitje ook is, als het niet goed geïnstalleerd of verkeerd afgesteld is, zal het bij een botsing onvoldoende veiligheid bieden. Waar je op moet letten bij het installeren van de stoel hangt af van het betreffende bevestigingssysteem. In principe verdient een ISOFIX-stoeltjealtijd de voorkeur vanwege de eenvoudige, veilige installatie.
Zorg ervoor dat de houding van het kind in het kinderzitje zo rechtop mogelijk is. Voordat je het gordel omdoet, reik je onder de billen van je kind en schuif je het zo dat het centraal op hen zit. Als het kinderzitje een verstelbare hoofdsteun heeft, stel die dan zo in dat er slechts enkele centimeters ruimte is tussen de hoofdsteun en de schouder. Anders zit het te hoog en kan het het hoofd niet goed ondersteunen. Maak je kind eerst losjes vast en trek dan het harnas aan.
Hoe past de kindergordel goed?
Controleer voor het aanspannen of de riem nergens gedraaid is en niet te dicht langs de hals loopt. Het harnas moet het kind stevig in het zitje houden, maar niet insnoeren. Als je je vlakke hand tussen het harnas en het bovenlichaam van je kind kunt schuiven, past het perfect. Je moet dikke jassen voor je kind in de auto uitdoen en hem of haar in plaats daarvan bedekken met de jas of een deken over de veiligheidsgordel. Hetzelfde geldt voor kinderzitjes met een vangtafel. Veiligheidsgordels zijn niet verplicht voor stoelen zonder gordel . Je plaatst je kind rechtop in het zitje en duwt de vangtafel in de juiste positie, zodat een vlakke hand tussen het bovenlichaam van het kind en de vangtafel past.
Vastgespen met de driepuntsgordel
Als je kind al ouder is en in een zitje zonder geïntegreerd gordelsysteem reist, zal het zich vastmaken met de driepuntsgordel. Het is belangrijk dat de gordel niet onder maar boven de schouder loopt. Het moet ook strak zitten en op geen enkel punt gedraaid zijn.
Tot welke leeftijd moet een kind achteruit rijden in een auto?
Volgens de oudere ECE-norm moeten baby’s tot een lichaamsgewicht van 13 kilogram tegen de rijrichting in worden vervoerd. Daarom moeten de zitplaatsen van de groepen 0 en 0+ tegen de rijrichting in in het voertuig kunnen worden geïnstalleerd. De nieuwere i-Size norm bepaalt dat kinderen tot de leeftijd van 15 maanden alleen in een naar achteren gericht zitje in het voertuig mogen rijden. Als een kind in het kinderzitje in de rijrichting zit, wordt zijn of haar hoofd bij een frontale botsing zonder te remmen naar voren geslingerd – een zeer groot risico op letsel aan de gevoelige halswervelkolom. Als het kind daarentegen in een reboarder tegen de rijrichting in zit, worden de krachten die op het lichaam werken gelijkmatig over de rug verdeeld, waardoor de belasting van de nek aanzienlijk vermindert. Het wordt aanbevolen om kinderen tot vier jaar in een reboarder te vervoeren.
Wanneer kan het kind zonder zitje rijden?
Als je kind al twaalf jaar oud is of langer dan 1,50 meter mag hij of zij volgens de wet zonder kinderzitje in het voertuig rijden. Als het kind echter al 12 jaar oud is, maar nog kleiner dan 1,50 meter, is het om veiligheidsredenen aan te raden het nog niet zonder kinderzitje te doen, tenminste als de autogordel nog niet goed past zonder kinderzitje. Het moet langs de heup lopen en in geen geval boven de buik uitkomen. De schouderriem loopt idealiter tussen de nek en het schouderblad en rust op het sleutelbeen. In geen geval mag het direct op de hals liggen. Bovendien moeten de knieën van je kind gelijk liggen met de autostoel. Als de dijen daarvoor nog te kort zijn, moet je het nog niet zonder kinderzitje doen.
Nuttige accessoires
De meeste fabrikanten bieden verschillende accessoires aan voor hun kinderzitjes. In sommige gevallen is het al bij de levering inbegrepen. Een zonnescherm, bijvoorbeeld, is praktisch zodat je kroost niet verblind wordt tijdens het rijden. Voor warme zomerdagen zijn er ook ademende katoenen hoezen die zorgen voor een betere ventilatie, vooral in het ruggedeelte. Op koude dagen kun je je kind warm houden met een voetenzak of wikkeldeken. Sommige fabrikanten bieden muskietennetten voor het baby-autostoeltje die over het autostoeltje gespannen kunnen worden.
Vooral voor langere reizen is een houder voor snacks en drankjes praktisch. Zo kan je kroost zichzelf zelfstandig bedienen tijdens het rijden, terwijl jij je concentreert op het wegverkeer. Om je autostoelen te beschermen tegen kruimels en gemorste drankjes kun je een verwijderbare beschermende mat onder het kinderzitje leggen.
Om ervoor te zorgen dat het kinderzitje niet alleen veilig maar ook comfortabel is, kun je het uitbreiden met een nekkussen of bolster. De geïntegreerde harnassystemen zijn meestal gewatteerd, zodat ze niet knellen of ongemakkelijk insnijden. Als je kind al vastzit met de autogordel, kun je extra beschermkussens kopen.