Laserprinter met scanner Aankoopadvies: zo kies je het juiste product
- Belangrijke feiten
- Laserprinters worden gekenmerkt door hun snelle afdrukproces.
- Ze werken veel sneller dan inkjetprinters.
- Laserprinters printen alleen in grijstinten, kleurenlaserprinters in kleur.
- Toner kan niet uitdrogen, maar geeft wel microdeeltjes af.
Printen op stukloonbasis
Een laserprinter is een uitkomst voor iedereen die regelmatig veel documenten moet printen. Daarom zijn ze vooral te vinden in kantoren en universiteiten. Deze heuphoge alleskunners spuwen in een paar minuten honderden pagina’s uit en kunnen ook als scanner worden gebruikt. Voor particuliere huishoudens zijn er kleinere apparaten die qua prestaties en functieaanbod slechts iets onderdoen voor de grotere. Als je thuis veel moet printen, kun je veel tijd besparen met een laserprinter.
De belangrijkste taak van laserprinters is het printen van tekst, en dit is waar de apparaten het beste tot hun recht komen. Ze werken veel sneller dan inkjetprinters. Bij het printen bereiken ze scherpe contouren en een rijk zwart; de pagina’s hebben dus een zeer goede leesbaarheid. De afdrukken zijn meteen veegvast en UV-bestendig. Zelfs bij contact met water loopt de kleur niet uit. Tegelijkertijd werken moderne laserprinters uiterst zuinig, waardoor de toner zelden vervangen hoeft te worden.
Hoe werkt een laserprinter?
Een laserprinter gebruikt het fotofacsimile proces. Het belangrijkste onderdeel is de gecoate beelddrum. Aan het begin van het afdrukproces wordt de beeldtrommel elektrostatisch geladen. De volgende stap is het wissen van de lading op de punten waar later toner op de drum wordt aangebracht. Dit gebeurt door een laserstraal bloot te stellen die de af te drukken tekst op de trommel projecteert.
Nu wordt de belichte beeldtrommel dicht bij de ontwikkelaar gebracht. Dit onderdeel wordt gebruikt om een dun laagje toner op de drum aan te brengen. De beeldtrommel komt dan in contact met het af te drukken medium, meestal printerpapier. Een zogenaamde transferrol creëert een elektrostatische lading op de achterkant van het papier, waardoor de toner op het papier springt.
Tenslotte moet de toner op het papier worden gefixeerd. Daartoe gaat het papier door twee rollen. Een van deze rollen heeft binnenin een verwarmingsstaaf die opwarmt tot ongeveer 180 graden Celsius. Terwijl het papier door de rollen gaat, smelt de toner en blijft aan het oppervlak plakken. Tenslotte voert de laserprinter het voltooide vel papier uit.
Laser- of inkjetprinter?
Als je op zoek bent naar een printer voor thuisgebruik, zul je je zeker afvragen of het een inkjet- of laserprinter moet zijn. De twee soorten machines printen op verschillende manieren. Zoals eerder beschreven is toner een poeder, terwijl inkt een vloeistof is. Beide drukmethoden hebben voor- en nadelen.
Laserprinters werken zeer snel en printen tekst scherper dan inkjetprinters. Een grote oplage kan dus snel worden verwerkt. De printer is ook licht en waterbestendig. Laserprinters zijn ideaal voor iedereen die meer dan 2000 pagina’s per jaar print. Ze zijn net zo geschikt voor incidenteel gebruik, omdat ze een doorslaggevend voordeel hebben ten opzichte van inkjetprinters: De toner kan niet uitdrogen. Dit betekent dat de printer zelfs na een lange periode van niet-gebruik direct klaar is voor gebruik. Laserprinters zijn echter minder geschikt voor het printen van representatieve foto’s, omdat de beelden gevoelig zijn voor kleurfouten, overblazen en strepen.
In een inkjetprinter brengt een printkop met inktsproeiers het beeld over op het papier. Vooral voor afdrukken in kleur heeft deze methode het voordeel. Sommige laserprinters kunnen niet eens in kleur printen. Een inkjetprinter is de eerste keuze als je afbeeldingen van hoge kwaliteit wilt printen. Hij is net zo geschikt voor het af en toe afdrukken van documenten, maar blijft qua snelheid achter bij de laserprinter. Qua prijs is een inkjetprinter meestal goedkoper dan een laserprinter met vergelijkbare functies.
Belangrijke aankoopcriteria
Een laserprinter moet in de eerste plaats snel werken. Als je alleen tekstdocumenten print, kun je volstaan met een zwart-wit printer. Vaak loont het echter om een kleurenlaserprinter te kopen, die veelzijdiger is. Zorg ervoor dat het apparaat van je keuze geschikt is voor WLAN.
Zwart-wit of kleur?
Veel laserprinters printen alleen in zwart-wit of grijstinten, omdat hun belangrijkste taak het reproduceren van documenten is. Ze worden daarom ook wel laserprinter genoemd. Er zit maar één tonercartridge in de printer, die zwarte inkt bevat. Dit betekent niet alleen lagere vervolgkosten dan bij kleurenprinters, monochrome apparaten zijn ook goedkoper in aanschaf. Ook qua afdrukkwaliteit en snelheid zijn ze overtuigend. Als afzonderlijk apparaat dat alleen tekst print, is een laserprinter met zwart-wit een verstandige aankoop.
In de werkwereld spelen grafieken, diagrammen en presentaties echter een belangrijke rol. Zonder kleur bereiken deze vaak niet het gewenste effect. Kleurenlaserprinters zijn allrounders als het gaat om allerlei soorten documenten. Ze werken met de vier kleuren zwart, magenta, cyaan en geel. De aanschafkosten zijn echter hoger dan voor een monochrome printer. Bovendien genereren de vier toners vervolgkosten die niet te verwaarlozen zijn.
Snelheid
De afdruksnelheid geeft informatie over hoe snel een printer werkt. De meeste fabrikanten geven aan hoeveel pagina’s per minuut hun machine kan produceren. Als het erom gaat grote hoeveelheden documenten zo snel mogelijk af te drukken, is afdruksnelheid een belangrijk aankoopcriterium. Een trage printer kan de workflow vertragen. Bij particulier gebruik is dit in de meeste gevallen echter minder belangrijk. Normale laserprinters printen minstens 16 pagina’s per minuut, en veel apparaten uit het middensegment hebben een printsnelheid van 20 tot 25 pagina’s per minuut. Zeer snelle laserprinter beheren ongeveer 30 afdrukken per minuut.
Opwarmtijd
Veel modellen zijn niet meteen startklaar, maar hebben wat tijd nodig om op te warmen. Dit kan leiden tot vertragingen bij het afdrukken. Zulke opwarmtijden treden ook op bij het ontwaken uit stand-by. Soms kunnen wachttijden tot 40 seconden voorkomen.
Papierformaten
Laserprinters voor privégebruik zijn ontworpen voor A4. Het A-3 formaat wordt gewoonlijk alleen aangetroffen op grotere modellen die commercieel worden gebruikt. A4 is prima geschikt voor dagelijks gebruik, want documenten in de EU zijn altijd in dit formaat.
Bij sommige laserprinters kun je kleinere formaten dan A4 instellen, zoals A5 of A6, wat hetzelfde is als briefkaartformaat. Moderne laserprinters bieden vaak de mogelijkheid om verschillende papiersoorten te kiezen. Het drukproces wordt daarop aangepast. Hieronder vallen bijvoorbeeld enveloppen, zwaar papier, glanzend papier, folies en etiketten.
Bij laserprinters wordt het papier meestal aangevoerd vanuit een papiercassette. Deze kan eruit worden getrokken en opnieuw worden gevuld. Als je veel print, heb je een cartridge met een hoge capaciteit nodig. Er moetenminstens 250 vellen papier in de printer passen. Grote apparaten kunnen zelfs meer dan 500 vellen bevatten.
Draadloos afdrukken
De interfaces van de printer zijn een belangrijk aankoopcriterium. Laserprinters hebben minstens één USB-poort. De printer wordt dan via een kabel op een computer aangesloten, of er wordt rechtstreeks vanaf een USB-stick afgedrukt. Voor gebruikers is het echter praktischer als er andere verbindingsmogelijkheden zijn.
Een Wi-Fi-printer maakt gewoon verbinding met je thuisnetwerk. Dit betekent dat elk apparaat binnen bereik documenten kan laten afdrukken. Dit maakt een flexibelere plaatsing van de printer mogelijk, omdat hij niet meer in de buurt van een computer hoeft te staan. Er kunnen meerdere terminals tegelijk op de printer worden aangesloten.
Veel moderne laserprinters ondersteunen de interfaces Cloud Print en AirPrint , die respectievelijk door Google en Apple zijn ontwikkeld. Om Cloud Print te gebruiken, moet je de printer verbinden met je Google-account. De printer kan ook via de toepassing worden geconfigureerd en beheerd. AirPrint werkt alleen met Apple apparaten. De printer kan gemakkelijk via het thuisnetwerk op een iOS-apparaatworden aangesloten, je hoeft geen stuurprogramma te installeren.
Resolutie
De resolutie bepaalt hoe gedetailleerd een beeld is en speelt daarom een belangrijke rol bij zowel printer als scanner. Scherpe beelden en hoogwaardige scans zijn alleen mogelijk met voldoende resolutie. De mate van resolutie wordt aangegeven als “dots per inch”, kortweg dpi. De waarde beschrijft hoeveel punten er op één inch passen, ofwel 2,54 centimeter.
Bij het scannen kunnen verschillende resoluties worden geselecteerd in het menu van de printer. Je kunt bijvoorbeeld kiezen tussen 300, 600 en 1.200 dpi. Voor het scannen van tekst is 300 dpivoldoende. De scan kan dan comfortabel op een monitor worden afgelezen. Bij een resolutie van 300 dpi wordt een origineel als het ware op originele grootte gescand. De resolutie is niet geschikt om in te zoomen. Als je een afbeelding achteraf wilt bewerken, moet je een hogere resolutie kiezen. Ook bij het scannen van foto’s is een hoge resolutie aan te raden, bijvoorbeeld 600 dpi.
Werkgeheugen
Laserprinters hebben een werkgeheugen dat de gegevensoverdracht afhandelt. Hoe snel een printer een opdracht afrondt, hangt ook af van de grootte van het werkgeheugen. Als de grootte van het bestand de capaciteit van het werkgeheugen overschrijdt, kan de afdruktaak slechts geleidelijk worden voltooid. Bij uitgebreide afbeeldingen of PowerPoint-dia’skan dit het afdrukproces aanzienlijk vertragen. In principe: Hoe groter het geheugen, hoe meer documenten de printer in de cache kan opslaan.
Een groot werkgeheugen maakt het niet alleen gemakkelijker om grafieken af te drukken, maar versnelt ook het printen van tekstdocumenten met meerdere pagina’s. Moderne laserprinter hebben een werkgeheugen van minstens 16 megabyte, wat ruim voldoende is voor tekstdocumenten. Als je vaak grafische afbeeldingen moet printen, kun je beter een apparaat met een groter geheugen kiezen. Met 64 megabyte gaat het printen veel sneller. Kleurenlaserprinter hebben nog meer geheugen nodig. Dergelijke printers moeten uitgerust zijn met ten minste 256 megabyte.
Geïntegreerde scanner
De ingebouwde scanner maakt het dupliceren en digitaliseren van documenten gemakkelijk en is ook nodig voor het faxen. De meeste apparaten hebben een scanresolutie van 600 tot 1.2000 dpi, wat een goede leesbaarheid garandeert.
De meeste laserprinter met scanner hebben een flatbed scanner aan de bovenkant van de machine. Omdat de klep naar boven opent, moet je vooraf de toekomstige plaats van de scanner opmeten. Dit zorgt ervoor dat de klep volledig geopend kan worden.
Extra functies
Veel laserprinters hebben extra functies die het apparaat effectiever maken of het toepassingsgebied uitbreiden. Dit omvat bijvoorbeeld de duplexfunctie, waarmee een vel papier dubbelzijdig kan worden bedrukt.
Automatische documentinvoer
Bij veel laserprinters is de geïntegreerde flatbedscanner slechts één manier om documenten te digitaliseren. Ze hebben ook een automatische documentinvoer, vaak “feeder” genoemd. Dit hulpmiddel automatiseert het scanproces en maakt het gemakkelijk om verschillende documenten direct na elkaar te scannen. Vergeleken met de flatbedscanner hoef je de klep niet na elke scan te openen. De documenten worden met de te scannen zijde naar boven in de lade van de invoer geplaatst. De automatische invoer voert dan vel voor vel in. Het is niet nodig om tijdens het scannen toezicht te houden op het apparaat.
Afdrukken aan beide zijden
Als een laserprinter dubbelzijdig kan afdrukken, wordt dat vaak “dubbelzijdig afdrukken” genoemd. Bij deze methode wordt het papier na het afdrukken op één zijde automatisch weer ingevoerd en op de achterzijde afgedrukt. Dit bespaart papier en beschermt dus niet alleen het milieu, maar ook je portemonnee. Dubbelzijdig bedrukte papieren nemen ook minder ruimte in beslag in de dossiermap. Het nadeel van dubbelzijdig printen is dat het langer duurt. Bovendien zijn de apparaten groter door de extra benodigde mechanica en duurder dan gewone laserprinters.
Invoer voor losse vellen
Een andere handige functie is de invoer van losse vellen. Deze invoer voert één vel papier apart van de rest van het afdrukproces in de printer. Dit is handig als het de bedoeling is speciaal papier te gebruiken in een lage oplage. In de regel is het toegestane papiergewicht van een vel hoger bij invoer uit de enkele invoer dan bij invoer uit de papiercassette. Dit betekent dat ook dik papier van hoge kwaliteit kan worden gebruikt, bijvoorbeeld bij het printen van wenskaarten of uitnodigingen.
Veelgestelde vragen over laserprinters
Laserprinters stoten fijnstof uit en hebben daarom de reputatie schadelijk te zijn voor de gezondheid. Veel consumenten maken zich daarom terecht zorgen of zo’n printer wel geschikt is voor hun eigen huishouden. Een andere moeilijkheid is de verwijdering van de tonercartridges.
Zijn laserprinters schadelijk voor de gezondheid?
Het is bewezen dat fijnstofvervuiling gezondheidsproblemen veroorzaakt. Het is ook een feit dat laserprinters grote hoeveelheden ultrafijne deeltjes uitstoten die ingeademd kunnen worden. De nadruk blijft liggen op vluchtige organische stoffen, die ontstaan door de hoge temperaturen tijdens het printen. Ze worden ervan verdacht kanker te veroorzaken. Degenen die klagen over gezondheidsproblemen op het werk schrijven dit vaak toe aan de aanwezigheid van een laserprinter.
Uit onderzoek blijkt dat de meeste laserprinters een verhoogde fijnstofbelasting hebben. Maar het is moeilijk om klachten toe te schrijven aan de microdeeltjes die laserprinters uitzenden. Een duidelijk verband kon tot nu toe niet worden aangetoond. Het Bundesinstitut für Risikobewertung concludeerde echter dat een mogelijk gezondheidsrisico niet kan worden uitgesloten.
Een laserprinter moet daarom zo mogelijk in een aparte ruimte met voldoende toevoer van verse lucht worden opgesteld. Vermijd het opzetten op plaatsen waar mensen eten en drinken. Wie lange tijd naast de machine staat en veel vers geprinte documenten aanraakt, moet na afloop zijn handen wassen met zeep en koud water.
Hoe vaak moet de toner worden vervangen?
Hoe regelmatig de toner vervangen moet worden hangt vooral af van de machine. In de regel varieert de levensduur tussen 2.000 en 3.000 afdrukken. Merk op dat sommige afdruktaken, zoals uitgebreide afbeeldingen, meer toner gebruiken dan gewone tekst. Bij de meeste apparaten kan het vulniveau gemakkelijk worden afgelezen in het menu. Anders is een bijna lege toner ook te herkennen aan de streperige afdruk. Bij een laserprinter voor zwart-wit hoeft alleen de toner voor zwart te worden vervangen. Kleurenlaserprinters daarentegen hebben drie extra tonercartridges voor cyaan, magenta en geel.
Voordat de patronen worden vervangen, moet de laserprinter lang genoeg uit bedrijf worden genomen om hem te laten afkoelen. Anders bestaat het gevaar dat je je verbrandt aan het apparaat. Bij het verschonen kun je het beste wegwerphandschoenen dragen om vlekken op de handen te voorkomen.
Hoe worden tonercartridges weggegooid?
Lege tonercartridges horen niet bij het restafval of in de gele zak. Ze daarboven weggooien is verboden en kan leiden tot een boete. Tonercartridges zijn elektronisch afval dat kan worden ingeleverd bij een recyclingcentrum, bij grote elektronicawinkels of bij inzamelboxen. Bijna alle grote fabrikanten bieden ook terugname per post aan.